Waarom judo voor mijn kind?
Acht voordelen als kinderen op judo gaan
Het lijkt een inkopper. Judo en andere budo-vormen zijn erg goed voor de
ontwikkeling van kinderen.
Zeker voor onzekere kids en kinderen die slachtoffer zijn van pesten.
Pesten is een hot item in onze scholen en samenleving - wat niet alleen laat zien
hoe gewelddadig veel kinderen (en volwassenen) zijn, maar ook hoe onzeker.
Want pestgedrag is niet stoer, maar een uitlaatklep van een heel bang mensje.
Er zijn blijkbaar héél veel onzekere en gekwetste kinderen/mensen in onze tijd.
Véél meer dan gezond is. Het zegt iets over de gezondheidstoestand van gezinnen
en opvoeding, dat wel...
Maar goed, dan zoeken we dus naar medicijnen voor deze verwonde kids, en dan
is judo een goeie keus, zo niet de beste.
Maar waarom eigenlijk? Wij geven acht argumenten, maar konden gemakkelijk
veel meer zijn.
1
Respect en discipline.
Bij judo staan respect, naar elkaar en de sensei, hoog in het vaandel.
Dat komt door de Japanse oorsprong van de sport.
Groet seremonie's horen daarbij, bij aanvang van de training groet de judoka de judomat
en gaat op de knieën op de mat zitten, dat heet Za-zen. Ook tijdens de training groet je de
partner als teken van respect.
Tijdens uitleg van de oefening zitten judoka's gediciplineerd, zwijgend op de knieën of in
kleermakerszit. Door deze strakke opzet, is judo daarom ook erg geschikt voor ADHD, PDD Nos
en Autistische kinderen.
2
Het leert een kind zijn tegenstanders recht in de ogen te kijken.
Kinderen die zwak zijn, gepest worden, of weinig zelfvertrouwen hebben, zijn geneigd
om de ogen neer te slaan en weg te kijken van het gevaar.
Judo en andere budo leren dat zoiets niet de weg is.
Een tegenstander is pas gevaarlijk als je hem niet in de gaten houdt.
En je mentale overwicht of onzekerheid blijkt vooral uit de oogopslag.
Wie zijn gevoel van minderwaardigheid leert overwinnen door een strakke blik,
wint mentaal op alle punten.
3
Het overwint angsten.
Judo leert kinderen te vallen en weer op te staan zonder zich te bezeren.
Een heel lichaam raakt van slag door angst. De hartslag raakt opgefokt, de ademhaling
raakt in de war en het kind gaat zweten en/of misselijk worden.
Dat heeft een psychische oorzaak, maar met lichamelijke consequenties.
Een hond heeft een fijne antenne voor deze angst-symptomen. Het 'hoort' de hartslag
van de mens. Bij een bange mens registreert de hond de mindset van de mens en dan kan
hij daarop handelen. Een pestkop of tegenstander heeft ook zo'n antenne.
Judo leert rust te scheppen in het lichaam omdat de judoka leert omgaan met de anst en
psychische nood.
4
De conditie wordt enorm verbeterd.
Dat lijkt een open deur, maar kinderen die geen enkele conditie hebben én mentaal
kwetsbaar zijn, worden extra kansloos als het op een confrontatie aankomt, en als dan
de angst ook de boventoon voert, is de totale lichaamstaal er één van enorme zwakte -
en dan is het kind "voor de bijl", natuurlijk omdat de pestkop/aanvaller weet dat hij zelf
geen gevaar te duchten heeft.
Bovendien leert het kind op judo een bepaalde balans en coördinatie, die de hele motoriek
ten goede komt.
Het kind valt letterlijk en figuurlijk niet zo snel meer om.
5
Het kind leert een aantal effectieve technische antwoorden op basis-aanvallen.
De aanvaller pareren en zijn aanval met zijn kracht afronden, hiermee wordt vaker dan
eens de aanvaller de lust ontnomen om hernieuwd aan te vallen.
Immers zijn opzet was het slachtoffernaar de grond te krijgen en geheel niet, om daar
zelf te belanden.
6
Het kind gaat ergens bij horen.
Hij/Zij heeft vrienden en partners die om hem en zijn veiligheid bekommerd zijn.
Dat is een gevoel wat veel kinderen helaas al jong moeten missen, ook in de gezinnen
waar ze zich verlaten kunnen voelen omdat iedereen met zichzelf bezig is...
Het is te gek dat een judoclub ook dát moet bieden, maar het is wel zo dat kwetsbare
kinderen zich vaak juist of alleen dáár geaccepteerd voelen en gesteund.
Het draagt bij tot een gevoel van identiteit en het verklaart ook waarom kwetsbare
kinderen op latere leeftijd met zo veel waardering terugkijken op hun judotijd,
de groep en vooral de sensei... ze zien er rolmodellen.
7
Het leert concentratie en streven naar iets.
Judo training betekent een einde aan het wegdromen van de realiteit.
Een kind wat ongelukkig is, droomt gemakkelijk weg.
Vluchtgedrag. Een virtuele wereld via een anoniem smartphone-leventje.
Dat kan op de mat niet en dat is goed voor de ontwikkeling. Het staan in de realiteit
betekent bovendien dat er gestreefd wordt naar progressie en dat is in dit geval
meestal een slip of band. Daar trekt een kind zich aan op.
Dat het volgend jaar hogerop komt.
Doelloosheid is dodelijk voor een kind, maar een uitdaging maakt ze open en enthousiast.
8
En als laatste, het tegenovergestelde van wat sommigen denken:
Het is een medicijn tegen geweld en agressie.
Omdat judo steeds beheersing aanleert, en dat tot tweede natuur maakt, is judo
weliswaar geschikt tot verdediging, maar vermijdt het normaal het 'vechten'.
Een judoka is geen vechtzak. Juist niet.
Wat ik als kind al leerde van mijn gewaardeerde eerste sensei, heb ik altijd kunnen
vasthouden: nooit op straat te vechten.
Ik persoonlijk heb mijn judo in de kinderjaren vaak kunnen gebruiken, zoals bij
valpartijen, maar nooit bij vechtpartijen.
We mogen deze acht voordelen wel inlijsten, denk ik.
Ik hebben ze overigens niet zelf allemaal verzonnen hoor, en er zullen er wel zeker
nog heel veel meer zijn.
Het komt voort uit eigen ervaring en die van bekende meesters in allerlei kunsten, en
veel lezen en goed observeren.
Goed kijken is altijd de weg tot (mensen-)kennis en wie judo in zijn hart sluit, kijkt
vooral goed naar opvoeding en probeert dan de nobele weg toe te passen voor het welzijn
van anderen, speciaal voor kwetsbare mensen en kinderen.
Respect!